Beperking bewegingsvrijheid

Beperking bewegingsvrijheid

KC22-031 31 juli 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

 

Inzake : [klager]
Klachtnummer : KC22-031
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 21 juli 2022
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting : 28 juli 2022
Datum uitspraak  : 1 augustus 2022

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[klager] (klager)

[PVP] (PVP)

 

[verweerder] (verweerder)

[arts] (arts)

[co-assistent] (co-assistent)

 

[voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[lid 1] (psychiater) 

[lid 2] (lid)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

 

Klacht

Beperking bewegingsvrijheid

 

 

Procesverloop

De commissie heeft op 21 juli 2022 een klacht ontvangen inzake beperking bewegingsvrijheid in het kader van verplichte zorg. Dezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht. Het verweer is op 25 juli 2022 per mail naar betrokkenen gezonden. Het verweerschrift, klaagschrift en de zelfbeschikkingsverklaring zijn op 26 juli 2022 per mail nagezonden.    

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 28 juli 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de volledige uitspraak uiterlijk op 4 augustus 2022 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht, klaagschrift en toelichting bij de klacht;

-           Verweerschrift;

-           Zorgplan d.d. 14-6-2022;

-           Medische verklaring d.d. 23-6-2022;

-           Bevindingen Geneesheer-directeur d.d. 29-6-2022;

-           Zorgmachtiging mondelinge en schriftelijke uitspraak d.d. 7-7-2022;

-           Behandelplan d.d. 8-7-2022;

-           Informatiebrief verplichte zorg d.d. 8-7-2022;

-           Beslissing tijdelijke verplichte zorg d.d. 8-7-2022;

-           Informatiebrief tijdelijke verplichte zorg 18-7-2022;

-           Zelfbindingsverklaring d.d. 8-12-2020;

-           Decursus en rapportage VPK 8-7-2022 t/m 25-7-2022.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van de klacht een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 4 augustus 2022.

  

Feiten

Klager is een 60-jarige man bekend met bipolaire stemmingsstoornis danwel schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type en middelen gerelateerde stoornis.

Op 7 juli 2022 heeft de rechtbank Gelderland een (mondelinge) zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 6 maanden.

 

Standpunten van partijen

Klager vertelt ter zitting dat hij is opgenomen met een zorgmachtiging. Door omstandigheden kon klager niet bij de hoorzitting over de zorgmachtiging aanwezig zijn. Hij verbaast zich over het feit dat er toch een zorgmachtiging is afgegeven. Gelukkig gaat het nu beter met hem, verklaart klager. Sinds lange tijd wordt klager begeleid door verpleegkundige, [naam]. Op de eerste dag dat hij vrijheden onder begeleiding kreeg, is hij met bovengenoemde verpleegkundige naar de supermarkt gegaan. De verpleegkundige had duidelijk gezegd dat klager geen drank mocht kopen. Vanwege de warmte heeft klager toch een flesje bier gekocht en die buiten op een bankje, en gedeeltelijk in de auto van de begeleidster, opgedronken. Klager geeft aan dat hij achteraf zijn excuses hiervoor heeft aangeboden aan de verpleegkundige. Naar aanleiding van deze overtreding van de regels zijn alle vrijheden van klager gedurende een week ingenomen. Klager ervaart dat als een te zware straf. Klager voegt toe dat hij jaren geleden twee keer een klacht heeft ingediend bij de klachtencommissie over het beperken van vrijheden en dat hij beide keren in het gelijk is gesteld.

 

De PVP vraagt zich namens klager af waarom zo’n zware ingreep nodig was omdat alcohol geen invloed heeft op de behandeling van klager. Ook constateert de PVP dat er geen 8.9 formulier bij de stukken zat. Wel een 8.12 en 8.13 formulier voor de beperking van het bezoekrecht. Dit is als noodvoorziening ingezet en valt onder de tijdelijke verplichte zorg. Klager heeft hierover ook geen klacht ingediend.

 

Verweerder geeft aan dat hij als waarnemer betrokken was bij de behandeling van klager in de voorafgaande week. ‘Je kunt erover discussiëren of alcohol interfereert met de behandeling, maar wij vinden van wel’, merkt verweerder op. Verweerder is van mening dat het beleid ten aanzien van klager juist ruimhartig is geweest maar dat klager daar niet adequaat mee om gaat. Ook na dit incident heeft klager zich verschillende keren niet aan de verlofafspraken gehouden aldus verweerder. Ten aanzien van het 8.9-formulier merkt verweerder op dat zowel in de decursus als in het behandelplan is terug te vinden dat deze brief is aangemaakt en uitgereikt aan klager. Verweerder is van mening dat is voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel omdat klager de 4-daagse wilde lopen en dit zeer ongewenst was. De temperatuur was erg hoog en klager was recent opgenomen in het ziekenhuis met longproblemen. Daarnaast bestond het risico op het niet innemen van medicatie en het consumeren van alcohol. Dat werkt zijn herstel tegen en daarvoor zit klager hier, aldus verweerder.  

 

Op een vraag van de commissie antwoordt klager dat er inderdaad wel risico bestond op ernstig nadeel ten tijde van de aanvraag van de zorgmachtiging. Omdat hij problemen had met het aanvragen van een pinpas had hij lange tijd geen geld. Als gevolg daarvan kon hij zijn hulp niet betalen en werd er niet schoongemaakt. Zijn huis was toen wat vervuild. Nu komt de hulp weer iedere 2 weken. Klager voegt toe dat hij lang bezig is geweest met het opzetten van een eigen bedrijf. Hij werkte toen wel 80 uur per week en verwaarloosde zijn woning een beetje.

Ten aanzien van de diagnose verklaart klager dat hij geen voorstander was van de diagnose manische ontregeling. Dat is nu ook niet meer aan de orde aldus klager. ‘Ik ben ook niet hypomaan en eet ook weer mee met alle maaltijden’.

 

De voorzitter merkt tenslotte op dat de 8.9-brief wel aanwezig is in het medisch dossier van klager en dat deze nogmaals per mail toegezonden wordt.

Klager besluit zijn toelichting op de klacht met de mededeling dat hij verzoekt om een schadevergoeding mocht de klacht gegrond verklaard worden.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een 60-jarige man met bipolaire stemmingsstoornis danwel schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type en middelen gerelateerde stoornis. Klager klaagt over de beperking van zijn bewegingsvrijheid. 

 

Verweerder wil het ernstig nadeel van klager beperken door de beperking van zijn bewegingsvrijheid. Het ernstig nadeel is gelegen in het verslechterd toestandsbeeld en maatschappelijke teloorgang door het risico op verlies van de woning door overlast van klager, verwaarlozing van zichzelf, uitputting, het oproepen van agressie van anderen door zijn gedrag en financiële schade. Klager weigert samenwerking met verweerder.

 

De verplichte zorg is besproken met klager op 8 juli 2022, de schriftelijke informatiebrief is eveneens uitgereikt.

 

De commissie kan de inhoudelijke overwegingen van verweerder als passend kwalificeren.

Ter zitting wordt duidelijk dat klager lijdt aan grootheidswanen, wat overeenstemt met gegevens uit het dossier. Verweerder heeft gekeken naar alternatieven, is in gesprek gebleven met klager. Klager weigert de samenwerking. Klager wil een pornobedrijf oprichten, heeft onbeschermde seks met prostituees, heeft een lening van 30.000 euro gevraagd bij een bank, drinkt toenemend tot wel 4 liter bier per dag, heeft decorumverlies (verwaarlozing van zichzelf) en vindt zelf dat hij Boeddha en Jezus is geweest.

 

De klachtencommissie acht de behandeling van verweerder passend om het ernstig nadeel te beperken. Juist de beperking van de vrijheden, met telkens een mogelijkheid om in stapjes meer vrijheden aan te kunnen, is passend. Aan alle vormvereisten is volledig voldaan.

 

Op basis van bovengenoemde gronden acht de klachtencommissie de klacht verplichte medicatie ongegrond.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te [locatie], 1 augustus 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5